Filters zijn onmisbaar in landschapsfotografie, want ze helpen je het licht onder controle te houden. Dit zijn de verschillende soorten.
Filters zijn al decennialang een vast onderdeel van de uitrusting van landschapsfotografen. Ze bieden je de mogelijkheid om het beschikbare licht beter te beheersen en de technische beperkingen van je camera te compenseren. Hoewel digitale nabewerking vandaag veel kan opvangen, blijft het gebruik van fysieke filters essentieel voor wie het maximale uit zijn beelden wil halen.
Filters laten je spelen met licht
Elke landschapsfotograaf weet hoe bepalend licht is voor een geslaagde foto. Het juiste licht geeft een beeld diepte, sfeer en emotie. Vaak gaat het maken van een sterke foto gepaard met geduld, voorbereiding en het opzoeken van de ideale omstandigheden, zoals het zachte licht van een zonsopkomst of -ondergang.
Maar de grootste uitdaging is niet het vinden van dat mooie licht, het is het beheersen ervan. Want wie ooit de lucht perfect belichtte, om bij thuiskomst te ontdekken dat de voorgrond volledig in het donker verdronk, kent het frustrerende contrastbereik van een camerasensor. Even herkenbaar is het omgekeerde: een goed belichte voorgrond met een uitgebleekte, detailloze lucht erboven.
Waar onze ogen moeiteloos het enorme verschil in helderheid tussen lucht en landschap overbruggen, botst een camera al snel op zijn limieten. En precies daar komen filters in beeld.
- Lees ook: Compositietips voor natuurfotografie
Extensie van je camera
Hoewel filters puur technische hulpmiddelen zijn, hangt er soms een hardnekkig vooroordeel aan vast. Gefilterde foto’s zouden nep of overdreven bewerkt ogen. In werkelijkheid doen de meeste filters niets anders dan corrigeren wat de camera niet aankan, zodat het eindresultaat beter aansluit bij wat we met het blote oog zagen.
Belangrijk om te beseffen is dat een filter geen magie toevoegt aan een slechte foto. Zonder goed licht, een sterke compositie en technische beheersing zal geen enkel filter een matig beeld redden. Ook slechte lichtomstandigheden worden er niet plots beter van. Wie de sfeer van het blauwe uurtje wil vangen, moet nog altijd opstaan vóór de zon dat doet.
Filtersystemen
Filters zijn er in twee basistypes: schroeffilters en schuiffilters. Elk systeem heeft zijn eigen voordelen en beperkingen.
Schroeffilters: toegankelijk en compact
Schroeffilters zijn ronde filters die je direct op de lens schroeft. Ze zijn meestal gemaakt van glas en bestaan in tal van soorten en maten. Omdat de filtermaat afhangt van de diameter van je lens, heb je vaak meerdere filters nodig voor verschillende objectieven – tenzij je werkt met verloopringen.
Een nadeel van schroeffilters is dat ze statisch zijn: je kunt de positie van bijvoorbeeld een grijsverloopfilter niet aanpassen aan je compositie. Dat beperkt je flexibiliteit, zeker wanneer de horizon zich niet in het midden van je beeld bevindt. Bovendien is het combineren van meerdere schroeffilters omslachtig en vergroot het de kans op vignettering (donkere hoeken in de foto).
Toch zijn schroeffilters populair bij beginners. Ze zijn goedkoper dan schuiffilters en eenvoudiger mee te nemen. Dit maakt ze ideaal voor wie kennis wil maken met de kracht van optische filtering.


Schuiffilters: flexibel en professioneel
Schuiffilters zijn rechthoekige of vierkante filters die je in een houder voor de lens plaatst. Die houder wordt op zijn beurt bevestigd via een adapterring, waardoor je met één set filters verschillende lenzen kunt bedienen.
Het grote voordeel van schuiffilters is hun flexibiliteit. Je kunt ze verticaal verschuiven zodat de overgang tussen licht en donker perfect op de horizon of een ander element in je compositie aansluit. Ook het combineren van meerdere filters – bijvoorbeeld een grijsverloopfilter én een grijsfilter – verloopt vlotter, en zonder storende randafwijkingen.
Een nadeel is dat schuiffilters vaak uit kunststof bestaan. Ze zijn daardoor gevoeliger voor krassen dan glazen schroeffilters, en vereisen wat meer zorg in gebruik en transport. De investering ligt bovendien hoger, maar voor wie vaak met landschappen werkt, wegen de voordelen meestal ruimschoots op tegen de kost.

Soorten filters voor landschapsfotografie
Naast de keuze tussen schroef- of schuiffilters is het ook belangrijk om te weten welk type filter je nodig hebt. Voor landschapsfotografie zijn drie filters het meest relevant: de grijsverloopfilter, de grijsfilter en de polarisatiefilter. Elk type filter heeft zijn specifieke functie en toepassing.
Grijsverloopfilters
Grijsverloopfilters, ook wel graduated neutral density (GND) filters genoemd, zijn onmisbaar voor landschapsfotografen die werken met contrastrijke scènes, zoals zonsopkomsten en zonsondergangen. Ze bestaan uit een donker en een helder gedeelte, waarbij het donkere deel meestal over de lucht wordt gepositioneerd. Zo verminder je de hoeveelheid licht die op de sensor valt in het helderste deel van het beeld. Het resultaat is een foto met meer balans tussen lucht en voorgrond, waarin details in beide zones behouden blijven.

Sterktes en combinaties
Grijsverloopfilters zijn verkrijgbaar in verschillende sterktes, meestal uitgedrukt in stops. Een stop staat voor een verdubbeling of halvering van de hoeveelheid licht. Typische grijsverloopfilters houden 1, 2 of 3 stops licht tegen. Filters kunnen ook gecombineerd worden wanneer extra correctie nodig is.
Harde of zachte overgang
Grijsverloopfilters zijn verkrijgbaar met een harde of een zachte overgang tussen licht en donker.
- Zachte overgangen zijn veelzijdig inzetbaar, zeker in scènes waarin elementen zoals bomen, gebouwen of heuvels boven de horizon uitsteken. Een onnauwkeurige plaatsing valt minder op en zorgt zelden voor storende randen.
- Harde overgangen zorgen voor een sterkere scheiding en zijn ideaal bij een vlakke horizon, zoals bij zeegezichten. Ze laten toe om het licht in de lucht zeer precies te temperen, maar vereisen een correcte positionering om zichtbare randen te vermijden.
In de praktijk is het handig om beide types filters bij de hand te hebben. Beginners doen er goed aan te starten met zachte overgangen, terwijl ervaren fotografen met beide soorten het meeste uit elke situatie kunnen halen.
Grijsverloopfilters in de praktijk
Het doel van een goed gebruikte filter is dat de kijker niet merkt dat er überhaupt een filter is gebruikt. Daarom is een precieze plaatsing essentieel. Gebruik bij voorkeur live view of de scherptediepte-preview van je camera om het effect van de filter tijdens het opstellen al goed te kunnen beoordelen.

Hoe bepaal je de juiste filtratie?
Er zijn twee manieren om de sterkte van je filter te bepalen:
- Spotmeting: Door een meting te doen op zowel de lucht als de voorgrond, bepaal je het aantal stops verschil. Deze methode is nauwkeurig, maar kan omslachtig zijn.
- Histogram: Maak een testopname zonder filter, analyseer het histogram en controleer op over- of onderbelichting. Herhaal dit met oplopende filtersterktes tot je een goed gebalanceerd histogram hebt. Dit is een praktische en snelle methode in het veld.
Digitale technieken zoals HDR (High Dynamic Range) of exposure blending kunnen een aanvulling vormen in lastige situaties, maar het correct belichten met filters in het veld blijft voor veel fotografen een bevredigend proces.
Digitale grijsverloopfilters
Fotobewerkingsprogramma’s zoals Lightroom bieden ook digitale grijsverloopfilters aan. Die kunnen achteraf de belichting of het contrast lokaal aanpassen. Ze zijn vooral nuttig voor kleine correcties of om bepaalde delen, zoals de lucht, extra nadruk te geven. Toch zijn ze geen volwaardige vervanging van echte filters. Bij overbelichte luchten of onderbelichte voorgronden ontbreekt simpelweg de informatie om nog tot een natuurlijk resultaat te komen. In die gevallen maakt een fysieke filter tijdens de opname het verschil.
Grijsfilters of ND-filters
Grijsfilters of neutral density (ND) filters zijn volledig donker en filteren gelijkmatig over het hele beeld. Ze worden niet gebruikt om contrasten in balans te brengen, maar om de hoeveelheid licht die op de sensor valt te verminderen. Zo kun je werken met langere sluitertijden, zelfs bij fel licht.

Voor langere sluitertijden
Grijsfilters worden vaak ingezet bij het fotograferen van stromend water, golven of bewegende wolken. Door een langere sluitertijd ontstaat er een vloeiend, dromerig effect. In sommige situaties worden ND-filters ook gebruikt om met een groot diafragma te kunnen werken bij fel licht, bijvoorbeeld wanneer je een kleine scherptediepte wenst.

Keuze van sterkte
Grijsfilters zijn verkrijgbaar in verschillende sterktes, net zoals grijsverloopfilters. Hoe sterker de filter, hoe langer je sluitertijd kan worden. Filters die 6 tot zelfs 10 stops licht tegenhouden zijn populair bij creatieve toepassingen, maar vergen een aangepaste werkwijze.
Bij zeer sterke ND-filters werkt de lichtmeting van je camera vaak niet meer. Je moet dan handmatig belichten, meestal in de bulbstand. Daarom vergt het gebruik van deze filters wat meer voorbereiding, ervaring en hulpmiddelen zoals een stopwatch of apps die je belichtingstijd berekenen.
Polarisatiefilter
Een polarisatiefilter laat enkel licht door dat in een bepaalde richting gepolariseerd is. Daardoor kun je bepaalde reflecties en lichtverstrooiing onder controle houden. In dit artikel focussen we op circulaire polarisatiefilters, omdat deze compatibel zijn met de lichtmeting en autofocus van moderne camera’s. Lineaire polarisatiefilters kunnen namelijk storingen veroorzaken in deze systemen.

Toepassingen van de polarisatiefilter
Polarisatiefilters zijn vooral nuttig om:
- Reflecties te verminderen: op oppervlakken zoals water, glas of natte bladeren.
- Kleuren te verzadigen: door storende reflecties weg te nemen, komen kleuren rijker en dieper over.
- Contrast in de lucht te versterken: bij helder weer kan een polarisatiefilter de blauwe lucht donkerder maken, waardoor wolken beter tot hun recht komen.
- Heiigheid te verminderen: de filter kan helpen om mistige of wazige luchtlagen iets te verminderen en zo meer diepte en helderheid te creëren.
Werking en gebruik
Het effect van een polarisatiefilter verandert naarmate je eraan draait. Zo kun je zelf bepalen hoeveel licht je weghaalt. Het beste resultaat bereik je wanneer de zon zich onder een hoek van ongeveer 90 graden bevindt ten opzichte van de richting waarin je fotografeert.
Let er wel op dat overmatig gebruik, oftewel overpolarisatie, tot onnatuurlijke beelden kan leiden. Een te donkerblauwe lucht of geblokkeerde schaduwpartijen zijn duidelijke signalen dat het effect te ver is doorgedreven.

Wanneer wel en niet polaristiefilters gebruiken?
Een polarisatiefilter gebruik je gericht, afhankelijk van de omstandigheden:
- Wel gebruiken bij: landschappen met waterpartijen, vegetatie, glas, of bij heldere lucht en zonnig weer.
- Minder geschikt voor: macrofotografie, vogelfotografie of situaties met weinig licht. In die gevallen levert de filter weinig voordeel op en verlies je mogelijk kostbaar licht.
In tegenstelling tot UV- of beschermingsfilters is een polarisatiefilter geen permanente toevoeging aan je lens. Je plaatst hem enkel wanneer de situatie daar om vraagt.
Praktische tips voor het gebruik van filters
Filters zijn geen magisch hulpmiddel, maar wel krachtige instrumenten in handen van een fotograaf die weet wat hij doet. Zeker bij landschapsfotografie zijn ze vaak onmisbaar om een scène optimaal vast te leggen. Toch blijft de essentie: een goede foto begint met een correcte belichting, gebaseerd op een goed begrip van licht en histogrammen. Laat je niet afschrikken door de techniek. Experimenteer, leer uit je fouten en ontdek gaandeweg hoe filters jouw fotografie kunnen verrijken. Deze tips kunnen je tot slot ook helpen:
- Gebruik de A(v)-stand bij filters
In diafragmavoorkeuze hoef je de belichting niet handmatig aan te passen wanneer je een filter gebruikt. De camera meet automatisch opnieuw en past de sluitertijd aan. Dit maakt het werken met filters een stuk efficiënter dan in de manuele modus. - Grijsfilters en wind
Bij te veel wind op het water kan een grijsfilter uitkomst bieden. Door een langere sluitertijd te gebruiken, vervlakken kleine golfjes en worden reflecties duidelijker zichtbaar. - Let op bij reflecties
Wanneer je reflecties fotografeert, filter dan niet meer dan 2 stops licht. Te sterke filtratie kan de reflectie te licht maken, waardoor het beeld onnatuurlijk oogt. - Combineer filters slim
Een polarisatiefilter houdt ongeveer 2 stops licht tegen. Wil je een nog langere sluitertijd? Combineer hem dan met een grijsfilter. Zo krijg je meer creatieve controle over de belichting zonder overbelichting.
Op zoek naar een goede filter? Je kan ze kopen bij Cameranu, Kamera Express of Coolblue.
Wil je beter leren fotograferen?
Neem dan een abonnement op Shoot Magazine (6x per jaar).
Shoot is hét fotografiemagazine voor en door enthousiaste fotografen. In Shoot vind je de beste tips en trucs, workshops en cursussen voor geslaagde foto’s, de knapste fotoplekjes in België, de helderste uitleg over fotografietechnieken, tests van nieuwe camera’s, lenzen en meer, plus foto’s van de beste Belgische fotografen.